Ik en mijn grote bek. Neem vandaag — een vriend maakt een wat ongenuanceerde opmerking en ik zet hem gelijk op zijn nummer. Direct, met een paar welgekozen woorden. Ik heb hem nog nooit zo snel in een hoek zien kruipen. Terwijl ik wéét hoe gemakkelijk het gebeurt: je zit te praten, raakt bevlogen door je eigen woorden en voor je het weet scheur je kort door een bocht naar links.
Terwijl ik zelf — ik ben geen haar beter. Neem nou tien minuten geleden. Ik sta af te wassen en schuif met een vork de etensresten van de borden in het bakje GFT-afval in de vensterbank. Op radio 2 is Taking It Easy bezig en ik was af op de maat van de Drifters, ik groei in mijn afwasrol met stijgende geestdrift. Op het moment dat ik de worteltjes van het bord van Maud in het bakje schuif, zie ik het aquarium met onze goudvissen ernaast. Plotseling voel ik de klap — hoe kon ik zo ongevoelig zijn? De worteltjes vallen verder, nu in slowmotion. Ik zie de ogen van de vissen groter worden; de angst spiegelt levensgroot onder het wateroppervlak. Waarom laat Bonduelle dan ook zo’n klein stipje groen aan het uiteinde van de wortel zitten?
5 reacties
Ach, vissen hebben best wel ruggegraat!
En bovendien zijn ze zeer kort van geheugen…
ze raken echt in paniek als je vinger uit de kom ligt.
Ik maak me nu toch een beetje zorgen dat je niet al te bevlogen bent,kun je voor mij voor de zekerheid even kijken of je wel de WORTELS uit het aquarium hebt gehaald?
alvast bedankt Rosita
Ook Gij, Brutus!