De universiteit van Maastricht onderzoekt de klanken van de jaren vijftig, zestig en zeventig. De opnamen die gemaakt werden met spoelenrecorders, in de tijd dat de apparaten ge-mar-ket werden als de audiovariant van het fototoestel: het gezin rond de microfoon, om gesprekjes met de kinderen en de Sinterklaasliedjes voor de eeuwigheid te bewaren.
A. wees me op het bijbehorende www.soundsouvenirs.org. Jaren geleden hadden we het over een bandje dat de treinreis tussen Utrecht en Zwolle zou voorzien van een geluidstrack, met rollende knikkers van links naar rechts als je scheefhangt bij Harderwijk. Dit prachtidee is (hoe onverwacht!) niet verder gekomen dan een tekentafeltje in Springhaver.
Ik gaf me op voor het soundsouvenirs onderzoek en werd onverwacht snel gebeld om een afspraak voor een interview te maken.
Op zolder liggen de spoelen met de opnamen die mijn vader maakte van ons geluidsleven — een erfenis die ik iedere verhuizing een nieuwe plek op een nieuwe zolder geef. In al die uren gezinsgeluid zit een stukje van vader en zoon aan de piano. Over alleen dat stukje van een tiental seconden kan ik (als ik het terug kan vinden) een interview volpraten — het is één van mijn sterkste herinneringen aan mijn vroege jeugd, een herinnering die ik zonder die opname niet zou hebben.
Op dimeadozen.org dwaal ik bijna elke dag en vond ik een prachtige televisie-opname van Ella Fitzgerald met de Count Basie big band uit 1970, voor de laatste week van april heb ik een negatiefscanner gereserveerd om alle kleinbeeldnegatieven die nutteloos maar netjes geordend op zolder staan te digitaliseren. En ik doe het allemaal vanuit 2006.