Tijdens het eten vertelt Maud wat ze zelf — “bijna, want ik ben toch bijna een grote meid, pap?” — allemaal al kan. Ze combineert het redelijk handig met het eten van haar bakje aardbeienyoghurt mét een lepel en zónder vingers. Eten met bestek kan ze heel goed, lopen met het loopgips, een verhaal vertellen als het mag van meester Niek. Het moeilijkste is billen schoonmaken op de wc, vertelt ze. Naadloos gaat haar monoloog over op de film die ze vanmiddag mocht kijken: de man met de bruine onderbroek.
En dan is het dankzij bemiddeling van Madelief dat ik begrijp dat ze Tarzan bedoelt.